Heeft u hulp nodig om zelfstandig thuis te kunnen wonen? Een traplift, rolstoel of hulp in de huishouding kan net dat steuntje in de rug zijn. Natuurlijk wilt u het liefst zo lang mogelijk in uw eigen huis blijven wonen, maar dit is niet altijd even veilig. Daarom kunt u bij uw gemeente hulp via de Wmo aanvragen. Met deze hulp maakt u het thuis wonen (weer) veilig.
Wmo staat voor: Wet maatschappelijke ondersteuning. De Wmo heeft een belangrijk doel: steun bieden aan iedereen die graag langer in eigen huis blijft wonen, maar dit niet zelfstandig kan. Iedereen die met wat steun thuis wil blijven wonen, kan ondersteuning aanvragen vanuit de Wmo. Met deze hulp kunt u uw woning levensloopbestendig maken. Dit betekent dat u met de juiste aanpassingen nog jaren in uw vertrouwde omgeving kunt blijven wonen.
De Wmo is er voor iedereen die graag op een veilige manier thuis wil blijven wonen, maar dit niet (meer) zelfstandig kan. Met de juiste ondersteuning, wordt het voor u mogelijk langer zelfstandig thuis te wonen.
De subsidie voor een traplift kan via de Wmo in twee vormen worden uitgekeerd:
Een voorziening in natura (ZIN) betekent dat u de aangevraagde zorg in goederen of diensten krijgt. Dit is standaard bij de Wmo. De gemeente regelt de afhandeling. Vraagt u een traplift aan? Dan bepaalt de gemeente de leverancier. U heeft geen invloed op het merk, de kleur en de plaatsing. Maar, de gemeente betaalt de traplift en u hoeft zelf (bijna) niets te regelen.
Als u liever zelf alles regelt, kunt u een Pgb, Persoonsgebonden budget, aanvragen. In dit geval ontvangt u geld van de gemeente om de benodigde ondersteuning, zoals een traplift, te kunnen kopen. Hiervoor moet u aangeven waarom de Wmo in natura niet bij u past. Ook moet u kunnen aantonen dat u, of een gemachtigde, de ondersteuning zelfstandig kan kopen.
Een vast bedrag per maand
Als u een Wmo-subsidie voor uw traplift aanvraagt, betaalt u een vast bedrag per maand. Dat bedrag is vastgesteld op maximaal 20,60 euro.
Eigendom van de gemeente
Uw gemeente is de eigenaar van uw traplift. Dat betekent dat u zelf geen kosten hoeft te maken voor onderhoud en reparaties.
Lange levertijd
Het kan maanden duren voordat u weet of u wel of geen subsidie krijgt voor een Wmo-traplift.
Geen keuzevrijheid
U heeft geen invloed op hoe uw traplift eruit komt te zien. De kleur van de rail en de uitvoering van de zitting zijn vooraf bepaald. Ook mag u niet bepalen of uw traplift aan de binnenzijde of de buitenzijde geplaatst wordt.
Geen keuze in leveranciers
Gemeenten werken vaak samen met 1 trapliftleverancier. U kunt bij Wmo ZIN niet kiezen welk merk traplift u wilt hebben.
Persoonsgebonden
Een Wmo traplift is persoonsgebonden. Uw gemeente kan de traplift laten verwijderen als u deze niet meer nodig heeft. Heeft uw partner wel een traplift nodig? Dan moet er vaak een nieuwe aangevraagd worden.
Dit hangt af van uw situatie. De Wmo-consulent schat in of, en met welke hulp, u zelfstandig thuis kunt blijven wonen. Hiervoor organiseert de Wmo-consulent een keukentafelgesprek. Dit gesprek is de basis voor deze inschatting en dus voor de Wmo-indicatie. In de indicatie staan de voorzieningen die de gemeente u aanbiedt. Het keukentafelgesprek kan zowel thuis, in het gemeentehuis of ergens anders plaatsvinden. Bij voorkeur is dit bij u thuis, zodat de Wmo-consulent een goed beeld heeft van uw thuissituatie.
De Wmo-consulent is de schakel tussen u en de gemeente. Vaak heeft de consulent een achtergrond in de zorg, als ergo- of fysiotherapeut, hulpverlener of psycholoog. In een keukentafelgesprek bespreekt u samen uw huidige situatie en uw hulpvraag.
Aanvraag
Het Wmo-traject start met het indienen van een aanvraag bij de gemeente. De meeste gemeenten beschikken hiervoor over een speciaal Wmo-loket. Hier kunt u, online of per telefoon, een Wmo-indicatie aanvragen.
Keukentafelgesprek
Daarna wordt het keukentafelgesprek met de Wmo-consulent ingepland. Hierbij komen vragen aan bod, zoals: waar heeft u hulp bij nodig, wat kunt u nog zelf en is er hulp mogelijk vanuit de familie? Het doel van de gemeente is om iedereen zo veel mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. Daarom wordt ondersteuning zoals de Wmo aangeboden, maar tegelijkertijd wordt verwacht dat u een beroep doet op uw omgeving.
Voorstel en aanvraag
Na het gesprek ontvangt u een verslag en een voorstel. Dat voorstel kan positief of negatief zijn. Bij een positief voorstel kunt u een officiële aanvraag indienen. Is het voorstel negatief? Dan kunt u in beroep gaan tegen de beslissing. Aan de hand van uw officiële aanvraag bepaalt de gemeente of u ondersteuning vanuit de Wmo krijgt.
Het Wmo-beleid verschilt per gemeente. De duur van het traject, de locatie van het keukentafelgesprek en de hoogte van de eigen bijdrage kunnen sterk verschillen. Het kan afhankelijk zijn van de grootte van de gemeente, maar ook van de gemeentelijke visie. Hoe de Wmo in uw gemeente werkt, kunt u het beste navragen bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Maakt u gebruik van de Wmo-vergoeding? Dan betaalt u een eigen bijdrage van maximaal €20,60 per maand. Een gemeente kan ook kiezen voor een lager bedrag of helemaal geen vergoeding vragen. Sinds 2020 is dit onder andere afhankelijk van uw leeftijd en die van uw partner. Als één van u beiden de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, hoeft u geen eigen bijdrage te betalen.
De maximale eigen bijdrage voor de Wmo in 2023 was €19,- per vier weken. In 2024 is dit veranderd naar €20,60 per maand. Over het hele jaar bekeken, betekent dat een hele kleine verhoging van de bijdrage. Daarnaast zijn er landelijke afspraken gemaakt voor het meenemen van hulpmiddelen naar een zorginstelling. Wanneer u verhuist naar een zorginstelling, kunt u de hulpmiddelen die verplaatsbaar zijn, zoals een rolstoel, meenemen. Hulpmiddelen die niet verplaatsbaar zijn, zoals een traplift, mogen in uw thuiswoning blijven als u daar minimaal 18 dagen per jaar logeert. De term logeren wordt gebruikt, omdat de zorginstelling uw hoofdverblijf wordt.
