Een scheve mond, een verwarde spraak en een hangende arm zijn bekende symptomen van een herseninfarct. Jaarlijks worden ruim 30.000 mensen in het ziekenhuis opgenomen vanwege een infarct in de hersenen. Dat is 11,5% van alle ziekenhuisopnamen voor hart- en vaatziekten. Het gaat dan vooral om 50-plussers, zo blijkt uit cijfers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nivel). Hoe ontstaat een herseninfarct en wat zijn de gevolgen ervan?
Een herseninfarct, of Cerebro Vasculair Accident (CVA), is een aandoening aan de hersenen. Door een plotselinge blokkade in een ader, krijgt een (klein) deel van de hersenen geen zuurstof. Hoe langer dit duurt, hoe groter de kans is dat er blijvende schade ontstaat. Een infarct betekent dan ook het afsterven van weefsel als gevolg van een tekort aan zuurstof. Als de verstopping tijdelijk is, dan noemen we dat een TIA (Transient Ischemic Attack). De verschijnselen zijn dan binnen enkele minuten tot maximaal 24 uur verdwenen. Een TIA is dus iets anders dan een infarct in de hersenen. Maar het kan wel een van de voortekenen zijn van een herseninfarct. Duren de gevolgen langer, dan is er sprake van een CVA. Deze aandoening wordt ook wel een beroerte genoemd. Een beroerte is echter de overkoepelende term voor aandoeningen die zuurstoftekort veroorzaken in de hersenen. Daar vallen een herseninfarct, een TIA en een hersenbloeding onder. Jaarlijks krijgen 40.000 mensen een beroerte, aldus de Hartstichting. In ruim 80% van de gevallen gaat het om een herseninfarct.
Zuurstof is dus erg belangrijk voor een goede werking van de hersenen. Als de hersenen, of delen ervan, tijdelijk geen zuurstof krijgen, wordt er eerst gebruik gemaakt van een noodvoorraad. Na zo’n 3 minuten is de noodvoorraad op. Als de blokkade dan niet opgelost is, ontstaat er hersenschade. Eenmaal afgestorven, kan het aangedane deel niet hersteld worden. Welk deel van de hersenen wordt aangetast, is afhankelijk van de plek waar de blokkade ontstaat. Sommige delen van de hersenen zijn kwetsbaarder dan andere delen. Vooral de hippocampus (geheugen), de kleine hersenen (bewegingen en sociaal gedrag) en de basale ganglia (versterking, afremming of bijsturing van bewegingen) raken snel beschadigd. Dat geldt ook voor de hersenschors. Dat is het gebied waar informatie ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd wordt.
Dat er schade ontstaat is duidelijk, maar hoe dat precies gebeurt, is pas kortgeleden bekend geworden. Onderzoekers van het Maastricht Universitair Medisch Centrum (UMC) en de Universiteit van Maastricht ontdekten dat het lichaam een enzym aanmaakt bij een tekort aan zuurstof. NOX4, zoals het enzym genoemd wordt, breekt de beschermende laag rond de hersenbloedvaten af. Hierdoor kunnen schadelijke organismen en stoffen het brein aanvallen. Ook zorgt het NOX4-enzym ervoor dat zenuwcellen zichzelf laten afsterven. Door de aanmaak van het enzym te remmen met medicijnen, wordt de kans op hersenschade beperkt.
De vernauwing of blokkade in een (slag)ader in de hersenen kan verschillende oorzaken hebben. Vaak gaat het om aderverkalking, een bloedpropje of een ontsteking. Uit onderzoek blijkt dat de levensstijl een belangrijke rol speelt in het ontstaan van de CVA. Mannen hebben meer kans op een herseninfarct dan vrouwen. Dat komt vooral omdat zij vaker last hebben van een hoge bloedruk, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat is een van de risicofactoren voor een infarct. Het verschil is het grootst rond de 50 en 59 jaar. Bijna de helft van de mannen en ongeveer een derde van de vrouwen heeft dan last van een te hoge bloeddruk.
Enkele risicofactoren voor een herseninfarct:
Wat de gevolgen zijn van een herseninfarct, hangt af van de aangedane plek. Ook de heftigheid van de aanval speelt mee. Bij een licht herseninfarct zijn minder hersencellen afgestorven dan bij een zwaar herseninfarct. Veelvoorkomende gevolgen van een infarct in de hersenen zijn vermoeidheid, moeite met concentreren en problemen met zelfverzorging. Andere gevolgen van een infarct in de hersenen zijn: problemen met bewegen, denken en communiceren.
Als de kleine hersenen of de basale ganglia aangetast zijn, kunnen er problemen ontstaan met bewegen. Het kan dan gaan om moeite met zitten of lopen, problemen met het gebruik van arm(en) of hand(en) of last bij het slikken. Ook spastische (onvrijwillige) bewegingen en spierstijfheid worden vaak genoemd als gevolgen. Als een herseninfarct in de linkerhersenhelft plaatsvindt, kan er verlamming optreden aan de rechterzijde van het lichaam en andersom.
Niet alle gevolgen van een infarct zijn zichtbaar. Problemen met denken is daar een goed voorbeeld van. Dat betekent dat het moeilijker kan zijn om prikkels van de zintuigen op te nemen en te begrijpen. Wat je hoort, ziet, voelt, ruikt of proeft kan anders zijn dan vóór het hersenletsel. Andere gevolgen zijn moeite met het onthouden van dingen en problemen met het vasthouden van de aandacht.
Een herseninfarct kan ook problemen veroorzaken met de manier waarop iemand communiceert. Iemand kan zich misschien minder goed uiten, omdat praten en schrijven moeilijker kan zijn. Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat het volgen van een gesprek, lezen of het begrijpen van lichaamstaal niet meer zo makkelijk gaan. Het taalcentrum, een gebied in de linkerhersenhelft is dan aangetast. We spreken dan van afasie.
Om een herseninfarct goed te kunnen behandelen, is het belangrijk dat er zo snel mogelijk medische hulp geboden wordt. Als iemand een scheve mond, verwarde spraak of een lamme arm heeft, moet er direct 112 gebeld worden. Dit zijn duidelijke voorboden van een herseninfarct. Ook krachtverlies of verlamming, dubbelzien of spontane blindheid en hevige draaiduizeligheid zijn symptomen. De voortekenen van een herseninfarct verschillen per persoon. In het ziekenhuis kan gekeken worden of er sprake is van een herseninfarct of een hersenbloeding. Bij een hersenbloeding is een (slag)ader in de hersenen gescheurd, waardoor bloed de hersenen instroomt. Vaak worden er met een CT-scan röntgenfoto’s van de hersenen gemaakt. Ook bloedonderzoek, een echo van de bloedvaten in de hals en een MRI-scan kunnen onderdeel zijn van het onderzoek. De uitslag bepaalt hoe de behandeling eruitziet.
In de eerste vierenhalf uur na de klachten kan het stolsel door medicijnen opgelost worden. Hoe sneller dat gebeurt, hoe minder schade er ontstaat aan de hersenen. Deze methode wordt ook wel intraveneuze trombolyse genoemd. Als de eerste vierenhalf uur voorbij zijn, kan er door middel van intra-arteriële trombectomie geprobeerd worden om de blokkade te verwijderen. In dat geval wordt een dun slangetje via de liesslagader ingebracht om de ader in de hersenen vrij te maken. Deze behandeling kan tot zes uur na het infarct uitgevoerd worden.
Wat de vooruitzichten zijn na een herseninfarct, hangt af van de plek waar het infarct is ontstaan en of de behandeling op tijd is gestart. Ook leeftijd en de ernst van het infarct spelen een rol. De eerste weken na de CVA zijn daarom het belangrijkst. Dan vindt het meeste herstel plaats. Dat kan ook in de maanden erna na nog plaatsvinden, zo is te lezen in de NHG-standaard Beroerte (een richtlijn voor huisartsen in Nederland). Maar liefst 80% van het herstel vindt in de eerste 3 maanden plaats. Bij de meeste mensen is er na een jaar geen vooruitgang meer. Rond die tijd is wel duidelijk wat de blijvende gevolgen zijn. Die zijn vaak pas echt goed merkbaar als het dagelijks leven weer opgepakt wordt, aldus de Hartstichting. De behandeling verschuift dan van het verbeteren van de hersenfuncties, naar het leren leven met de gevolgen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat er, ook bij een TIA, juist gehandeld wordt. Hoe sneller er gestart kan worden met een behandeling, hoe beter de vooruitzichten.
Vraag nu de gratis valpreventiegids van Otolift aan. Een boekje vol met informatie over vallen en tips en oefeningen om vallen te voorkomen.
Meer over gezondheid