In de meeste gevallen, 6 op de 7, herstelt een hernia vanzelf. Dat betekent dat bij slechts 1 op de 7 mensen met een hernia een operatie nodig is. Een arts kiest pas voor een operatie als de (pijn)klachten te hevig zijn en na 6 weken niet minder worden. Bij kans op blijvende schade aan de spieren wordt een hernia ook geopereerd. Dit gebeurt volgens de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN) jaarlijks 11.000 keer in Nederland.
Een herniaoperatie is een medische ingreep waarbij het uitpuilende stuk weefsel of orgaan, de hernia, wordt verwijderd. Het doel van de operatie is om de uitstulping weg te halen zodat de patiënt geen pijn meer lijdt. Mensen met een hernia hebben vaak last van pijnlijke en ‘doof’ aanvoelende benen, maar kunnen ook te maken krijgen met spieruitval. Hoe de operatie werkt, leggen we uit aan de hand van een hernia in de onderrug. Deze wordt uitgevoerd door een neurochirurg. Dit is een arts die gespecialiseerd is in het centrale zenuwstelsel, waaronder de hersenen en het ruggenmerg. De operatie gebeurt onder volledige (narcose) of plaatselijke verdoving (ruggenprik). Eerst maakt de arts een kleine snede, van ongeveer 5 centimeter, in de rug, schuift de spieren opzij en verwijdert een stukje weefsel. Daarna verwijdert hij de hernia zelf samen met een beetje extra wervelmateriaal om de kans op een terugkerende hernia, een recidief, te verkleinen.
Een relatief nieuwe vorm van een rughernia operatie, is de PTED-operatie, percutane transforaminale endoscopische discectomie operatie. Hierbij wordt een erg kleine snede, van 8 millimeter, in de onderrug gemaakt. Door de opening wordt een smalle buis geschoven. In die buis zit een camera en kunnen instrumenten worden geschoven. Daarmee verwijdert de neurochirurg de uitstulping. Het voordeel van deze operatie is dat de wond erg klein is, wat de kans op complicaties verkleint.
Er zijn een aantal redenen waarom de meeste hernia’s behandeld worden zonder operatie. Zo is het lichaam zelf heel goed in het herstellen van een hernia. In een week of 6 à 8, nemen de klachten vaak duidelijk af. Als dat niet gebeurt, overwegen artsen een herniaoperatie. Hoewel de risico’s van een herniaoperatie klein zijn, vermijden artsen hen zoveel mogelijk. Om een rughernia operatief te behandelen, moet de rug opengesneden worden. Dat zorgt voor een kleine kans op onder andere een wondontsteking of een lekkage van hersenvocht. Tijdens de operatie kan het vlies rondom een zenuwwortel beschadigen en kan hersenvocht lekken. Dit vocht wordt in de hersenen aangemaakt en stroomt door heel het ruggenmerg om het te beschermen tegen schokken. Het vervelende is dat een hersenvochtlekkage vaak tot zware hoofdpijn leidt. Maar meestal is een aantal dagen bedrust voldoende om de lekkage te genezen. Slechts in een enkel geval is er een nieuwe operatie nodig om de lekkage te dichten.
Het kantelpunt om een hernia wél te opereren ligt rond de 6 tot 8 weken, nadat de eerste symptomen zijn ontstaan. Volgens de NVvN zijn er 2 redenen, indicaties, om wél te opereren: als de zenuwen regelmatig of snel achter elkaar uitvallen. Dit heet de absolute operatie-indicatie. Of de relatieve operatie-indicatie: als de patiënt zelf aangeeft dat hij of zij te veel pijn heeft. In zeldzame gevallen wordt een herniaoperatie uitgevoerd binnen de 6 tot 8 weken. Bijvoorbeeld als er door spieruitval geen controle meer is over de blaas. Of als de pijn niet meer met medicatie onderdrukt kan worden, waardoor iemand niet meer kan functioneren.
5% van de mensen die een herniaoperatie hebben gehad, krijgt een recidief, een terugkerende hernia. Dat hoeft niet te betekenen dat zij aan de nieuwe hernia geopereerd hoeven te worden. De kans dat deze op natuurlijke wijze herstelt, is nog groter dan bij de eerste hernia, volgens de NVvN. Als er wel een operatie nodig is om het recidief te genezen, zal de herstelperiode meestal langer duren dan na de eerste operatie. Het risico op complicaties is bij de tweede operatie iets hoger. Toch verlopen de meeste recidiefoperaties net zo succesvol als de eerste operatie.
Meer over gezondheid